Vier maanden.
Mijn burn-out werd aanvaard, begrepen en bespreekbaar gemaakt. Hun boodschap aan mij was heel duidelijk: het is oké.
Mijn lege boek vulde zich meteen met twee heel belangrijke lessen.
- Je kan een nieuwe uitdaging niet meteen perfect doen.
- Je hoeft een nieuwe uitdaging ook niet meteen perfect te doen.
Vooral die laatste was een les die ik mezelf elke ochtend weer moest inprenten. Ja, perfectionisme is een duiveltje dat toch nog graag uit zijn doosje komt piepen. Toch deed ik erg mijn best er niet aan toe te geven en poogde ik mezelf toe te staan fouten te maken. En wees er maar zeker van dat ik die ook maakte!
Ik ging voornamelijk als Project Assistant aan de slag. Dat is hetzelfde als een Project Manager, maar dan nog in de leerfase én (wat belangrijker was) er werden nog meer fouten door de vingers gezien. Wist ik wat een Project Assistant precies deed? Hoegenaamd niet. Ik had tijdens het gesprek een algemene beschrijving van de taakomschrijving gekregen en ik concludeerde dat het vooral inhield om te organiseren en op te volgen. Dat leek me wel wat. Mijn omgeving zag mij ook in staat die job goed uit te voeren, al vroeg mama zich wel luidop af of het me gelukkig zou maken. Ze had me nooit gezien als een type dat een hele dag aan een bureau zou zitten. Eerlijk gezegd had ik mezelf zo ook nooit voorgesteld, maar sinds die burn-out besefte ik hoe slecht ik mezelf kende. Daarom wilde ik het een kans geven. Mezelf een kans geven! We zouden wel zien waar we uitkwamen. En ik beloofde mama en mezelf plechtig de uitdaging alleen maar verder te zetten als ik er écht gelukkig van werd.
Ik begon met twee testdagen. Daarna zouden we bepalen of er een samenwerking mogelijk was. Dat bleek gelukkig zo te zijn er ik ondertekende glunderend mijn contract van bepaalde duur. Vier maanden kreeg ik om uit te testen of ik mezelf deze job voor lange tijd zag doen. Vier maanden kreeg het bedrijf om in te schatten of ik een aanwinst was.
Op het einde van de contractbespreking kuchte een van de bazen even en zette haar bril af.
We hebben vernomen dat je dit jaar een burn-out hebt gehad en ik moet wel toegeven dat dit nieuws ons wel wat zorgen baart, zei ze.
Ik werd zenuwachtig en voelde me onzeker en klein worden. Ik kon de burn-out niet ontkennen. Ik wilde hem niet eens ontkennen! Ik was al een tijdje trots op het parcours dat ik had afgelegd en had nooit stilgestaan bij hoe anderen naar mijn burn-out zouden kijken.
Oh..., was het enige dat ik zei.
Wij willen dat alle onze werknemers het goed hebben bij ons. Wil je het ons meteen vertellen als je voelt dat er iets te veel is of je het gevoel krijgt dat we te veel van je vragen?, vroeg ze.
Ik bleef even stil. Ik had een ongemakkelijk moment verwacht. Een we hopen dat je hier niet zo'n zwakkeling zal blijken te zijn- preek. Maar het draaide volledig anders uit.
Ik werd gesteund. Zo eenvoudig was het. Mijn burn-out werd aanvaard, begrepen en bespreekbaar gemaakt. Hun boodschap aan mij was heel duidelijk: het is oké. Ik kan niet onder woorden brengen hoeveel deugd me dat deed. Het niet te moeten uitleggen of verantwoorden. Het niet afzwakken of ontkennen. De burn-out was gewoon een onderdeeltje van wie ik ben, maar definieerde me niet volledig.
Ik glimlachte en voelde de onzekerheid langzaam wegebben.
Ik zal altijd eerlijk zijn over wat ik wel en niet aankan. Momenteel weet ik dat zelf nog niet goed. Het is voor ons allebei wat zoeken en in het duister tasten, antwoordde ik eerlijk en dankbaar.
Zodra het contract was ondertekend, ging ik nog even langs bij de collega's van het team waarin ik zat om hen te vertellen dat ze wat langer met me zaten opgescheept. We lachten en ik was blij dat ze een plaats voor me hadden binnen hun team. De komende maanden zouden we nauw samenwerken. We zouden ruimte creëren voor zakelijke meetings, strakke deadlines en budgettaire berekeningen. Daarnaast zouden we ook leren hoe we elkaar kon plagen, we zouden elkaars gezinssituatie ontdekken en onze eigen WhatsApp-groep hebben. Met deze collega's zou ik 8,5 per dag doorbrengen. Ik had er zin in!
Tijdens die vier maanden zou ik fouten maken. Sommige fouten waren best grappig, andere iets minder. Maar nooit werd ik er op afgestraft. Het was een leercurve die me werd gegund.
Vier maanden...
Vier maanden waarvan de eerste week me bijzonder veel stress bezorgde omdat ik mijn lat weer kilometers ver de hoogte injoeg. Ik wilde hen versteld doen staan, hen omverblazen en hen doen spreken in superlatieven. Ik ging er hard voor. Te hard. Ik voelde meteen dat ik het op die manier niet lang zou volhouden, dus werd ik strenger voor mezelf. Het werkte en dus werden het vier maanden waarin ik glimlachend naar mijn werk vertrok en glimlachend weer naar huis reed.
Morgen hebben we meeting bij de klant. Ik zou graag hebben dat je meegaat. Is dat goed?, vroeg de teamleider me op een avond.
Wauw, dit klonk allemaal zo echt! Het wàs natuurlijk ook allemaal echt. Het was alleen nog niet de wereld waarin ik thuis was. Meetings, conference calls, deadlines,... Het was een slang die ik nog nooit eerder had moeten spreken.
Is goed!, antwoordde ik trots.
Mijn eerste meeting met de klant. Wow, dit werd het echte werk!