Zwart.

Wees gewoon even allemaal stil, verdomme!

Mijn lief maakte het uit op de dag dat we elkaar net een jaar geleden hadden ontmoet. Toen was het een coup de foudre, nu was het een mokerslag in mijn gezicht. De avond dat hij de gevreesde woorden sprak, heb ik niet gehuild. Hij heeft geen enkele traan zien rollen. Pas wanneer ik in mijn bed lag, omgeven door het donker, ben ik compleet kapot gegaan. Huilend, snikkend, op mijn arm bijtend om niet te veel lawaai te maken voor de buren... Ik verbrokkelde, ik verwoestte, ik verloor en ik wanhoopte. Het voelde alsof ik alles kwijt was. De wereld om me heen bestond niet meer. Alleen die aanvallende donkerte die me dreigde op te slokken en het feit dat hij weg was. Vanaf het moment dat ik hem bij zijn naam noemde en niet langer zijn koosnaam gebruikte, wist ik dat het voorgoed voorbij was. En ik gaf me over. 
Ik kon niet meer vechten en overkomen. Ik was te moe om weer overeind te krabbelen en mijn hoofd weer op te tillen. Ik was op. De donkerte werd alleen nog maar zwarter.

Je was zo negatief geworden de laatste tijd. We hadden het nooit meer over mijn carrière, had hij gezegd. Ik kon er op dat moment niets tegenin brengen. Ik liet zijn woorden over me heen stromen.

De volgende ochtend werd ik door iedereen opgebeld. Het leek wel alsof iedereen aanvoelde dat dit een druppel was die ik niet zomaar ging kunnen slikken. Ik antwoordde iedereen rustig dat het voor mij niet meer hoefde. Ik was er klaar mee.

Waarmee?, vroegen ze.

Met leven, antwoordde ik, Met weer maar eens overeind te klauteren, zodat de volgende me weer omver kan duwen. Met weer te proberen iets van mijn leven te maken terwijl ik zo moe ben.

De mensen hadden door dat het menens was. Niemand rolde met zijn ogen of maakte zich er snel van af met een Ach, het komt wel weer goed met je.

Mijn mama moet deze periode zenuwen van staal gehad hebben. Zij kreeg meerdere keren per dag een dochter via FaceTime te zien die had opgegeven. Met een lege blik, een lege maag en tranen die niet meer stopten bleef ik zeggen dat ik klaar was met proberen en te vechten. Ik wilde echt niet meer.

En mijn mama? Die bleef rustig. Vanbuiten dan toch. Binnenin denk ik dat ze kapot ging. Geen enkele moeder wil te horen krijgen dat haar kind zo diep ongelukkig is dat ze weg wil. Ook mijn mama niet. Ik denk dat zij die nachten ook niet veel slaap kreeg.

Toch heeft ze me nooit proberen te overtuigen of me bestookt met oplossingen. Al moet dat zo ontzettend moeilijk geweest zijn voor haar. Het enige wat ze deed was luisteren. Ook wanneer ik niks zei, bleef ze luisteren. Kortom: ze wàs er. En ik voelde me veilig in haar stilzwijgen. Ik mocht mijn hoofd op haar schoot leggen en dan wreef ze door mijn haren. Dat deed ze ook toen ik klein was. Het stelde me gerust.

Mijn grote zus was het andere luisterende oor. Zij kon op een begripvolle manier de zaken voor me kaderen. We trapten niet in de Wat is hij een ongelooflijke lul! - val en gingen niet verkondigen dat alle jongens bah zijn. (Oké, eerlijkheidshalve moet ik wel toegeven dat we hem hebben bestempeld als een klein, onnozel jongetje dat niet weet hoe de wereld draait en dringend de nulmeridiaan uit zijn gat moet halen, maar dat is bijzaak in dit verhaal. Power to the sisters.)

Dat zuchten waarover je in mijn vorige post kon lezen, bleek hyperventilatie te zijn. Ik deed niets anders meer. Dan geraakte ik in paniek, want ik kreeg geen adem meer. Mama belde me dan op en ademde met me mee. Ik ging van de ene aanval over in de andere. Het was vermoeiend voor mijn lichaam en voor mijn hoofd.

Maandag ga je naar de dokter, zei mama. Zo kon ik inderdaad niet terug gaan werken.

Ik durf niet, antwoordde ik. Nee, ik was niet bang van de dokter. Ik was bang geworden om naar buiten te gaan. Om te spreken. Om onder de mensen te komen. Om gezien te worden. Om te bestaan.

Dan ga ik met je mee, zei mama. En zo zaten we die maandag met zijn tweeën in de wachtkamer waar de tv loeide en mensen extra luid hoestten en om de twee minuten de telefoon door het vertrek schalde.

Huisartsenpraktijk ****, met Katrien. Waarmee kan ik u helpen?

Met gewoon allemaal even verdomme stil te zijn!

© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin