Terug naar dààr...

Ach, dat komt allemaal wel weer in orde. Geef jezelf voldoende tijd en ruimte, zei mijn directeur.

Hey, ik hoop dat het goed met je gaat? Ik heb even een vraagje. Zou jij je sleutel kunnen binnenbrengen? We hebben geen reserve meer voor de tweede interim. Groetjes, E.

Ik las die sms wel duizend keer. En elke keer sloot ik mijn ogen om de prikkende tranen terug te dringen. Met mijn verstand wist ik dat dit de normale gang van zaken was: Wie langdurig afwezig is, wordt vervangen. Met mijn hart voelde ik me vervangen. Mijn plaats in het team en in de klas was opnieuw ingevuld en ingekleurd. En ik wist nog niet helemaal hoe ik me daar bij voelde. Vergeet niet dat er nog steeds heel veel schuifjes wagenwijd openstonden in mijn hoofd.

Het duurde een aantal dagen vooraleer ik genoeg moed had verzameld om op de sms te antwoorden.

Oké, ik kom morgen langs, had ik gestuurd en ik heb die nacht geen oog dichtgedaan. Ik heb tijdens de donkere, stille uren mijn plan bedacht.

Een vat vol gespannen zenuwen. Zo voelde ik me en dat was ook de persoon die ik 's morgens in de spiegel naar me zag kijken. Ze sprak me een paar bemoedigende woorden toe.

Kom op, er is helemaal niets aan. Binnengaan, even dag zeggen tegen de collega's die je tegen het lijf loopt en weer weg. Nu niet flauw gaan doen, hoor!

Ik kleedde me aan, nam mijn handtas en besloot niet verder na te denken. Ik reed naar de stad waar de school gelegen is waar ik de juf van 5A was. Of moet ik schrijven was geweest? Nee... was.... was geweest. Stress!

- Niet aan denken, nu. Concentreer je op de weg.

- Ja, baas.

- Hey, je moet nu niet zo kattig doen omdat ik je goed advies wil geven!

- Ik doe helemaal niet kattig! Ik kan gewoon zélf wel nadenken!

- Ik bén jouw nadenken!

- ... Sorry....

Ik bedacht dat dit de eerste keer was dat ik in de stad kwam sinds... Ik keek rond en merkte dat het leven rondom mij zijn gewone gangetje ging. Het werd steeds moeilijker mezelf daarin een plaats toe te eigenen. Ik voelde me een indringer in de stad waarin ik al vijf jaar werkte.

Mijn auto parkeerde ik aan het schoolgebouw. Een van de collega's van de kleuterklassen keek net naar buiten. Ze zwaaide en stak vragend haar duim in de lucht. Ik antwoordde schouderophalend dat het zozo was.

Ik ging naar de schoolingang terwijl mijn hart in mijn keel bonkte en mijn knieën een 7/8e ritme knikten.

Hey! Wat ben ik blij je te zien! Hoe gaat het nu met je?, vroeg de volgende collega opgewekt vanuit haar klaslokaal. Ze leek écht blij om me te zien. En ik, ik kon bijna geen woord uitbrengen. Ik glimlachte schaapachtig en mompelde dat ik mijn sleutel kwam afgeven.

Ik draaide snel naar links, naar het secretariaat. Daar zat mijn collega met wie ik 's avonds een uur de naschoolse opvang had verzorgd. Ook zij leek blij me te zien verschijnen.

Oh, ik ben blij dat ik je zie! Hoe is het nu met je?

En ik begon te huilen. Mijn adem stokte, de tranen rolden over mijn wangen en ik zweette me rot in mijn chique outfit waarmee ik mensen had willen doen geloven dat ik nog overeind stond in het leven.

Ik ben zo bang om hier terug te zijn. Ik kom alleen mijn sleutel brengen. Dat had E. me gevraagd.

Mijn collega knikte en sprak de bemoedigende woorden: ai, toch.

En daar verscheen plots de directeur om de hoek. Zijn ogen straalden en hij begroette me hartelijk.

Ik ben zo blij dat je er bent! Ik had niet verwacht je dit schooljaar nog te zien, zei hij. Hij kwam bij ons staan en nam mee deel aan het gesprek. Al is 'gesprek' misschien een te mooi woord voor het gesnotter en gestamel dat ik produceerde.

Ik ben zo bang om hier te zijn. Ik kan niet eens meer ademen, herhaalde ik snotterend terwijl ik ook probeerde te lachen.

Ach, dat komt allemaal wel weer in orde. Geef jezelf voldoende tijd en ruimte, zei mijn directeur terwijl hij collegiaal bemoedigend op mijn schouder klopte.

En toen gebeurde het. De verwarring.... Je moet weten dat de meesten in de Musicalcompagnie nogal lijfelijke mensen zijn. We knuffelen, knijpen, kriebelen, zoenen (op de wang), tillen elkaar redelijk vaak. Dat hoort er gewoon bij en niemand die er even bij stilstaat hoe andere mensen dat vinden. Het maakt ons ons. Ik werd dus ook vaak geknuffeld en getild en gezoend (op de wang); alles waardoor ik me maar beter en geliefd zou voelen.

Tja... En dan vergat ik even dat mijn directeur voor me stond en legde ik impulsief mijn huilende kop op zijn schouder.

SHIT!

Heel snel besefte ik de fout die ik had gemaakt. Oh, wat was dit gênant! Hoe kon ik mijn hoofd weer optillen zonder te laten merken hoe ik liefst door de grond zakte van schaamte?

Gelukkig liet ik geen traan- of snotsporen achter op zijn hemd, maar mijn wangen kleurden helrood. Ik voelde het gebeuren.

Rot burn-out. Je bent soms zo gênant!

Ik glimlachte even stom naar hem en hij deed alsof er niets aan de hand was. We praatten over de KernTalentenanalyse die ik had laten doen en ik besloot het gesprek dat ik nog zoveel niet wist. Ik had voor hem nog geen enkel antwoord klaar.

Kwam ik nog terug dit schooljaar? Wilde ik nog een leerkracht zijn? Misschien kon ik opnieuw starten in de zorg? Misschien moest ik niet meer voltijds werken? Ik dacht over alles tegelijkertijd na, tot het onuitstaanbare gezoem weer luid begon te spelen in mijn hoofd.

Ik ga naar huis, zei ik snel. En ik verliet de school zonder om te kijken.

© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin