Visjes in de zee.

Vroeger zouden mijn ogen een extra glans hebben gekregen. Yes! Aandacht! Iemand vindt me leuk! Ik word gezien! Nu niet meer. 

Zelfs tijdens mijn burn-out kreeg ik een paar kansen om opnieuw te daten. Niet veel, maar wel een paar. Maar ik heb ze allemaal, één voor één, afgewezen. Het was nog te vroeg, het lag aan mij en niet aan hen (bullshit, trouwens), maar vooral: ik was er nog niet klaar voor. De burn-out liet nog te veel sporen na die ik niet kon ontkennen

Ze waren vast niet blij met mijn 'excuses', maar ik wel. Voor het eerst volgde ik mijn buikgevoel. Dat zei me heel duidelijk: oh honey, nee! Hij niet. Dus hield ik de boot af. Dat moest ook, want de ex geraakte wel verteerd maar niet vergeten. Wilde ik hem terug? Bijlange niet. Maar ik wilde ook niet opnieuw gekwetst worden. Dat zou ik niet nog een keer aankunnen. Niet nù al, wanneer ik nog maar net weer overeind was geklauterd. Het stof hing verdorie nog op mijn broek!

Nummer 1: de ik-vind-je-leuk-maar-ik-ben-ook-graag-pessimist man

Hij 'ontdekte' me via mijn blog. Via de eerste hoofdstukken in mijn Dagboek las hij wat mijn burn-out met me had gedaan en hij herkende veel van de alarmbellen in zijn eigen leven. Dat vertelde hij allemaal aan me via berichten. Ik las, luisterde en schreef terug. De psychologe in me kwam naar boven en misschien kon ik hem op die manier wel redden. Behoeden voor een burn-out.

We spraken af en ook dan praatten we veel. Hij vond mij geweldig. Ik vond hem... Vermoeiend? Mag ik het zo noemen? Het was alsof elk detail in zijn leven een zwart randje had. Er was telkens weer een maar in zijn verhaal. In mijn ogen had hij al enorm veel bereikt in het leven, maar hij counterde alles door er een schrijnend verhaal aan te koppelen. Zuchtend bleef ik mijn best doen om elk randje rozig te maken. Om hem de goeie dingen in het leven wat duidelijker voor te houden. Waarom eigenlijk? Dat was toch helemaal mijn taak niet?

En toen kwam de dag dat hij voor het eerst op bezoek kwam op mijn appartement... Had hij zijn slechte kleren aangetrokken omdat hij vermoedde dat mijn katten alles bijzonder vuil en smerig zouden maken.

Excuseer? Stop. Druppel. Dag en bedankt.

Nummer 2: de gij-zijt-de-vrouw-van-mijn-leven-zolang-je-maar-verandert man

Hem kende ik van vroeger. Jaren geleden was ik smoorverliefd geweest en had hij me maanden aan het lijntje gehouden. Ja. Nee. Misschien. Nee, duidelijk niet. Of toch wel? Tot ik eindelijk zelf de knoop had doorgehakt en met betraande, opgezwollen ogen alle contact had verbroken.

Vijf jaar later keerde hij terug. Heel voorzichtig, met niet meer dan een Hey, hoe is't? Ik heb er dagenlang niet op geantwoord. Ik was sceptisch. Ik had geen zin in gedoe.

Hij stuurde nog eens. Ik antwoordde met één simpele zin: ik heb drie katten. Je moet weten dat hij zwaar allergisch is aan die beesten. Dat wist hij, zei hij, maar hij had ook beseft dat ik de vrouw van zijn leven was. Dat hij dom en stom was geweest, zoveel jaar geleden, om mij te laten gaan. Geloofde ik niks van.

Allemaal goed en wel, zei ik, maar punt blijft dat ik katten heb.

Ik was niet onder de indruk. Vroeger zouden mijn ogen een extra glans hebben gekregen. Yes! Aandacht! Iemand vindt me leuk! Ik word gezien! Nu niet meer. Ik had elke verleidingspoging al wel eens gehoord en werd dus niet zo snel meer van mijn sokken geblazen.

Als we echt willen, kunnen we het ook doen werken mét jouw katten erbij. Ik weet dat ik ze moet aanvaarden, want ze horen bij je. Ze maken jou tot wie je bent.

Jongens, echt waar, vond ik het toch wel even ontroerend om te lezen. Niet genoeg om ook écht overstag te gaan, maar wel genoeg om het een tweede keer te lezen en even ooh... te zeggen.

En toen vervolgde hij zijn zin.

We kunnen een tuinhuis bouwen en je katten daar laten wonen. Dan kan je elke dag wel eventjes naar ze gaan kijken. Je verkiest je katten toch niet boven een méns?! Hoe zielig ben je dan?

Excuseer? Stop. Druppel. Dag en bedankt.

Nummer 3: de ik-ben-leuk-als-vriend-maar-dodelijk-als-partner man

Over nummer 3 kan ik niets slecht zeggen. En als vriend heb ik hem erg graag. Hij kan lachen, kan ook serieus zijn. Hij vindt katten helemaal prima. Hij vindt hobby's hebben volledig normaal.

Waarom laat je deze gaan?, hoor ik je denken.

Omdat hij druk is. Hij is overal en nergens. Hij staat wankel in het leven. Hij staat bombastisch in het leven. Impulsief. En al die dingen ben ik buitenshuis ook: bombastisch, luid, druk, opvallend... Maar eenmaal binnen wil ik rust en kalmte en geen gedoe en zéker geen drama. Ik kon mezelf niet garanderen dat hij me dat allemaal zou kunnen bieden.

Daarbovenop wilde ik ook de vriendschap niet verloren laten gaan. Want die zou zeker blijven duren. Liefde misschien (waarschijnlijk) niet.

Dus hier was geen spreekwoordelijke druppel. Gewoon een buikgevoel dat eens niet werd genegeerd. Ik was best trots op mezelf.


En zo hield ik de boot voor liefde af. Ik moest eerst nog leren om helemaal hoteldebotel van mezelf te houden vooraleer ik iemand anders zou toelaten. Ik hield me liever nog wat schuil in mijn cocon met drie katten. Die lagen nog steeds bij me in bed om zo de nare gedachten en de Doemdenkers die onder mijn bed huisden, weg te jagen. Dat volstond. We waren al een gezin van zes: me, myself, I, Castor, Pollux en Izar. De zetel zat vol. 

Als de burn-out me iets heeft geleerd, is het wel dat ik meer op mijn (buik)gevoel moet vertrouwen. Ik hoef niet zomaar een ander tevreden te stellen. Het is vooral belangrijk dat ik tevreden ben met de keuzes die ik maak. Ook als dat inhoudt om voorlopig als crazy Catlady door het leven te gaan. Want, geef toe: who can blame me met wat er allemaal is gebeurd.?

© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin