Slapen, slapen, dutten en slapen.

En weet je wat vooral gek is? Wanneer ik mijn ogen eindelijk open, zie ik alles groen. Straf spul, die pillen...

Wat heb je gedaan vandaag?

Geslapen.

Vroegen ze me de volgende dag dezelfde vraag, antwoordde ik voor de verandering:

Geslapen.

Zo gingen het dagenlang, wekenlang door. Ik sliep. 's Nachts in mijn bed en overdag in de zetel. Dat vond ik een mooie routine. Er zat structuur in mijn eindeloze slapen.

Het hyperventileren was eindelijk even gestopt. Mijn lijf was op. Mijn hoofd ook. En dus sliep ik. Wel 16 uur per dag, om dan geeuwend wakker te worden, me uit te rekken en te melden dat ik nog steeds erg moe was.

Dan durfde ik op te staan om me pardoes weer in de zetel neer te leggen en een dutje te doen. Dat is iets anders dan slapen, n'est-ce pas?

Die eerste dagen vond niemand het vreemd dat ik zoveel sliep. Ik werd zelfs aangespoord om te slapen wanneer ik me moe voelde. Nou, dat hoefde je me maar één keer te zeggen! Ik zorgde ervoor dat ik geen afspraken had waar ik verplicht naartoe moest, zodat ik mijn ogen kon sluiten wanneer ik dat maar wilde. Hemels.

Of toch niet. Want de dromen die ik had. Jongens, toch! Ik weet niet of het door de medicatie kwam of omdat mijn brein vierkant draaide. Ik ben in ieder geval overtuigd dat geen enkele zelfverklaarde dromenverklaarder mijn dromen krijgt uitgelegd.

Ofwel droomde ik dat mijn familie me beu was. Dan keken vooral mijn mama en mijn zus me met rollende ogen aan, zeiden dat ik overdreef en klonken ze op het feit dat mijn zus tenminste normaal was.

Of ik droomde dat ik toch weer voor de klas moest staan, niet wist wat te doen en heel hard begon te huilen. En dat alle kinderen me dan uitlachten.

Soms droomde ik dat ik een van de kinderen tegen de muur gooide. Omdat hij of zij te veel lawaai maakte. En dat de directeur dan binnenkwam met de eenvoudige vraag wie dat allemaal ging opruimen.

Een keer droomde ik zelfs dat mijn kat... MIJN KAT!... in het klooster ging en een kapje droeg. Hij liep vooraan met een horde nonnen in zijn kielzog. En het meest bizarre van alles? Ik vond dat zeer normaal.

Tot ik wakker schrok en me de zeer wetenschappelijke, doch filosofische vraag stelde: Hè?!

's Nachts werd ik vaak wakker van die vreemde dromen. Die heb ik nu nog steeds, zij het niet meer zo frequent als toen. Maar het blijft gek.

Sinds mijn burn-out droom ik ook elke dag dat ik in een wit huis ben dat ik niet ken. Daar lopen mensen rond uit mijn verleden die ik liever niet tegenkom. Niet in mijn dromen en niet in het echt. Waarom die plots weer opduiken is ook voor mij een groot vraagteken. Ik loop dan ook heel vaak zo snel mogelijk weg in die dromen. En dan sta ik ervan versteld dat ik overdag zo moe ben...

En weet je wat vooral bijzonder gek is? Wanneer ik mijn ogen eindelijk open... zie ik alles groen. Straf spul, die pillen.

Na verloop van tijd probeerde ik om toch een iets normalere structuur in mijn dagen te brengen. Er werd een wekker gezet - die even vaak werd genegeerd als niet - en ik deed erg mijn best om meerdere opeenvolgende uren wakker te blijven. Ik zeg het je: Dat was haast een medaille waard! Maar ik hield zo goed en zo kwaad als ik kon vol. Ik ging die burn-out aanpakken. Het móest! Ik verplichtte mezelf ertoe en vond mezelf een flauwe als ik dat niet deed. Toen wist ik het nog niet, maar het was de meest verkeerde ingesteldheid die ik op dat moment kon hebben. Maar hulp was onderweg, terwijl ik nog steeds in het duister tastte.

© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin