Leeuw & Beer.

Ik maak nu een wereld voor jou en ik maak alles groen. Want dat is jouw lievelingskleur.

Metie, ik hoop dat je snel iemand anders vindt.

BAF! Een knal in mijn gezicht die ik niet had zien aankomen. Ik was bij mijn ouders en zat samen met mama, Leeuw en Beer in de tuin. Leeuw en Beer zijn de zoontjes van mijn zus. Leeuw is mijn metekind. Beer is mijn neefje. Ze noemen me voor het gemak allebei metie en ik reageer op geen enkele andere naam wanneer Leeuw en Beer in de buurt zijn.

Metie, ik hoop dat je snel iemand anders vindt,had Leeuw me dus gezegd. Hij had daarbij zijn arm om me heen geslagen en zijn hoofd op mijn schouder gelegd.

Ik had geglimlacht en hem een zoen op zijn voorhoofd gegeven, omdat praten even niet lukte.

Beer was erbij komen zitten. Op mijn schoot.

Ben je verdrietig, metie?, vroeg hij me.

Ja, ik ben verdrietig.

Zijn jullie boos op elkaar?

Mama keek gespannen. Leeuw en Beer hadden het nieuws over de relatiebreuk te horen gekregen. Ze moesten weten waarom ze hem nooit meer zouden zien. Ze hadden ook moeten beloven niet over hem te praten als ik in de buurt was. Maar ze zaten zelf met kleine verdrietjes en grote vragen, dus dat zwijgen lukte maar niet.

Heb jij nooit eens ruzie met een vriendje op school?, vroeg ik. Beer knikte.

Dat hebben wij nu ook, legde ik uit.

Nee, we hadden geen ruzie, hij en ik. Maar hoe leg je dàt aan kinderen uit?

Gaan jullie het weer goed maken?, vroeg Leeuw.

Ik schudde mijn hoofd. Nee, we gingen het nooit meer goedmaken.

Je zal hem nooit meer zien, Leeuw. Ik weet dat je dat heel jammer vindt, maar metie vindt dat ook heel jammer.

Leeuw dacht even na en knikte.

Ik had een wereld voor hem gebouwd op mijn computer. Hij krijgt hem niet. Ik maak nu een wereld voor jou en ik maak alles groen, want dat is jouw lievelingskleur.

Ze hadden het er moeilijk mee. Leeuw en Beer vonden hem geweldig. Hij was stoer en grappig en lief. Ze kropen op zijn schoot en vertelden honderduit. Hij luisterde en stelde vragen. Hij was het enige wat ooit in de buurt was gekomen van een toffe nonkel. Ze wilden liever geen afscheid van hem nemen. Nou, ik ook niet. Maar op sommige dingen heb je nu eenmaal geen vat.

Totdat mijn zus hen had verteld dat hij metie erg verdrietig had gemaakt. Dan was de zaak snel afgerond volgens Beer: iemand die metie pijn doet, kan niet leuk zijn.

Het enige waar Beer nog over bleef dromen en napraten was dat hij zo'n mooi haar had! En ik moest lachen. Echt lachen. Wie de ex kent, weet waarom.

Beer ging opnieuw spelen in de tuin. Leeuw bleef nog even bij me zitten. Leeuw en ik, dat is vier handen op één buik. Wij zijn metie en Leeuw, Leeuw en metie. Wij tegen de wereld.

Hij kwam op mijn schoot zitten en knuffelde me. Ik aaide over zijn rug en sloot mijn ogen. Meer had ik op dat moment eigenlijk niet nodig. Ik heb altijd al gedacht dat Leeuw dingen voelt. Hij voelt wanneer je verdrietig bent en hij voelt wanneer je blij bent. En dus bleef hij de hele tijd bij me zitten en hield hij me vast. Alsof hij wist dat dit het enige was wat ik nu kon toelaten.

Plots keek hij me aan. Zijn donkerbruine kijkers recht in de mijne. Hij legde zijn beide handen op mijn wangen en kwam met zijn neusje tegen de mijne.

Ik hou van jou, metie, zei hij terwijl hij me bleef aankijken. Heel indringend; haast alsof hij me verbood weg te kijken.

Ik hou ook van jou, zei ik.

Hij gaf me een kus op beide wangen en op mijn voorhoofd en op mijn ogen. En we glimlachten naar elkaar.

Ik ga even naar het toilet, kondigde ik aan. Ik verdween naar binnen en kon toen even niets anders dan, met mijn broek op mijn knieën, zitten huilen.

Wat was ik verdomme aan het doen?! Ik kon toch helemaal niet doodgaan! Ik had mijn familie. Ik had gòdverdomme Leeuw en Beer die me graag zagen. Leeuw en Beer die uitkeken naar dagen met metie. Ik die genoot van dagen met Leeuw en Beer. Ik wilde niet afwezig zijn op verjaardagsfeestjes. Ik wilde hun mijlpalen niet missen. Ik wilde er zijn! Ik wilde het allemaal meemaken en mee beleven met hen.

Dan en daar, op de wc-pot op het gelijkvloers bij mijn ouders, besloot ik dat ik niet langer dood wilde. Dat ik niet langer dood kòn gaan. De impact zou te groot zijn op mijn toekomst. Welja...

Ik plensde koud water in mijn gezicht, snoot mijn neus en keek naar mezelf in de spiegel. Beter dan dat zou het die dag niet meer worden, maar ik trok er me niets van aan. Er werd van me gehouden.

Ik ging weer naar de tuin.

Wat gaan we spelen?, vroeg ik. En Leeuw en Beer jubelden door elkaar. We vergaten hem. En ik vergat mijn donkere plannen. Die waren een paar minuten geleden vakkundig doorgespoeld.

Als jij ooit met het gevoel zit dat alles rondom je te donker is, praat er met iemand over. Ga naar je familie, praat met die vriend(in) of zoek psychologische hulp. Daar is helemaal niets verkeerd aan. Het toont alleen hoe sterk je bent.

Op zoek naar een psycholoog?

Of lees hier verder in het dagboek van mijn burn-out.

© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin