Izar, de onhandige Verlichter.

Met drie katten in huis maak je het jezelf extra moeilijk om een partner te vinden, waarschuwde mama me.

Ik wil een kitten.

Ik dacht het heel plots, maar het idee wortelde zich al snel heel diep en heel vast in mijn hoofd. Een derde kat in huis leek me dé oplossing voor mijn problemen. Ik wilde iets om voor te kunnen zorgen; een wezentje waar ik verantwoordelijk voor ben. En een kind zag ik absoluut niet zitten, dus werd het een kitten. En zo bezocht ik de websites van alle dierenasielen en ging op zoek naar het kleintje dat ik in huis wilde nemen.

Wat heb je de laatste dagen zoal gedaan?, vroeg mama me op zondag. Ik was bij mijn ouders, zoals dat altijd gaat op zondagen. Dan schuif ik 's middags mee aan tafel (en zijn mijn ouders er zeker van dat ik toch tenminste één dag in de week deftig gegeten heb). Na de koffie-met-koekjes ga ik dan naar huis.

Mijn ogen lichtten even op en ik ging wat rechter zitten.

Fijn dat je het vraagt! Ik ben in een asiel gaan kijken naar kittens, meldde ik. Ergens had ik gehoopt dat mama dolletjes in haar handen zou klappen en verrukt zou kirren dat het een geweldig idee was geweest.

Oh, nee! Je hebt er toch geen mee naar huis genomen, hè?!, riep mama verschrikt uit. Tot zover haar verrukte gekir.

Nee, zei ik.

Nog niet, dacht ik.

Drie katten in jouw appartement? Komaan, Eva, dat gaat niet, zei mama beslist.

Drie katten zouden extra stinken.

Drie katten zouden handenvol geld kosten.

Met drie katten in huis maak je het jezelf extra moeilijk om een partner te vinden, waarschuwde mama me.

Misschien was dat het wel. Als ik heel eerlijk ben.

Een derde kat in huis zou ervoor zorgen dat de prikkeldraad rondom me ook nog eens elektrisch geladen werd. Geen man in mijn buurt. Geen relatie. Want dat loopt toch maar fout af. Elke keer weer. Ik wilde niet nog een keer omver geduwd worden, met mijn kop tegen de muur lopen en blijven botsen. Weet je hoe vermoeiend dat is? En hoe pijnlijk? Nee, dat hoefde voor mij niet langer. Dan werd ik wel het clichébeeld van de oude vrijster die eindigt met twintig katten.

Kijk mama, dacht ik, het kan steeds erger. Ik kon meteen 18 extra kittens in huis halen.

Ik vond drie katten een mooi aantal en dus bleef mijn plan in mijn hoofd overeind.

Mijn zus maakte er niet veel woorden aan vuil.

Het is jouw leven en jouw appartement, dus jij doet wat jij wil. En dat was het einde van het verhaal.

Zo vond ik mijn kitten. Een katertje dat door een of andere nozem in een kartonnen doos was achtergelaten in een berm. Hij had nog een mama, een broertje en een zusje bij zich. Twee andere kittens lagen dood in de doos. Mijn hart brak toen ik het las. Ik was blij toen ik te horen kreeg dat deze kitten de mijne zou worden.

Izar.

Zo heet hij. Izar is de naam van een ster. Izar klinkt ook stoer en ferm. Heldhaftig misschien ook wel.

Izar is, hier in huis, het baby-broertje van Castor en Pollux. Ook zij zijn vernoemd naar twee sterren. (Troost je, mama, zoveel mooie sterrennamen zijn er niet meer. De kattenfamilie blijft dus beperkt tot drie).

Ik had Izar nodig in mijn leven. Hij kwam op het perfecte moment. Het waren zonnige dagen geworden buiten en mijn hoofd had ook meer licht nodig. Izar fleurde heel veel dagen voor me op. Door zijn schattige kop. Door zijn onhandig gedrag. Door de speelsheid waarmee hij op Castor's kop kroop en in de staart van Pollux beet. Door zijn gemiauw waarmee hij ellenlange verhalen vertelde; verhalen waarop ik steevast vroeg: En toen? Wat gebeurde er toen? Ik had een extra reden om 's ochtends op te staan. De Kleine moest eten krijgen en geknuffeld worden.

Stinken drie katten in huis? Je schept elke dag een zakje vol uitwerpselen bij elkaar.

Kosten drie katten veel geld? Ze moeten alle drie voldoende eten en spelen en dierenartsen thermometers in hun poep laten steken.

Dus, ja: drie katten stinken en kosten veel geld.

Maar drie katten maken mijn huishouden ook completer. Ik ben nooit alleen thuis en ben altijd omringd door onvoorwaardelijke liefde (zolang ik de etensbakjes op tijd aanvul, natuurlijk). Ik hoef geen kinderen en ook geen man. Nog niet. Mannen doen pijn. Katten helen.

Zijn katten steeds lieflijk en pluizig en schattig en leuk?

Verre van.

Want terwijl ik deze blog schreef, hoorde ik hoe Pollux ging kotsen. Ik hield nog net op tijd mijn handen open om de onverteerde brokken op te vangen. De rest gutste over mijn laptop en op de grond en op mijn nieuwe pantoffels.

En stinken!


© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin