Tijd en inzicht.

Had ik die burn-out kunnen voorkomen? Had ik, als ik mijn kop uit het zand had getrokken, kunnen wéten waarop ik afstevende?

Het leven kabbelde verder. In coronatijden houdt dat in dat je living alle woon-werk-verkeer moet trotseren en dat je internetabonnement overuren draait. We werkten hard door, want de opdrachten en projecten bleven binnenstromen. Er was geen tijd om even in de zetel te ploffen en te denken: hè hè, even rusten, hoor! We gingen door.

Zo was er bijvoorbeeld het hoofdstuk Kinderen in mijn leven. Al van mijn tienerjaren telde ik af naar de dag dat ik mama zou worden. Ik zou twee zonen krijgen en een dochter. Ook in die volgorde. Elk kind zou twee namen krijgen, waarbij de eerste voor dagelijks gebruik en de tweede om het geheel meer kracht te geven bij een slecht rapport of een fout lief. En ik had ook al uitgerekend in welke jaren die kinderen gebaard moesten worden, want ik wilde ze natuurlijk ook allemaal voor mijn dertigste. Dat stond vast.

Die deadlines gingen voorbij zonder dat er kinderen kwamen. Er was nooit een relatie die stabiel genoeg was om er kinderen tussen te gooien. En vang! Nee, gingen we niet doen. Mijn schoot bleef leeg en mijn liefdesleven ook.

En toen de ex-met-het-onaantastbare-haar ten tonele verscheen, kwam er opnieuw die kans om met bolle buik te paraderen. Heel even maar. Want hij zei meteen: ik wil geen kinderen. Die kan ik niet in de agenda van mijn carrière gepropt krijgen. Ik moest er even over nadenken. Want als ik écht kinderen wilde, moesten we de relatie nu meteen afbreken. Want hij zou nooit toegeven.

Dus dacht ik na over kinderen. Over het werk dat er bij koters kwam kijken. Ik haalde me ook de kinderen van de school waar ik werkte voor de geest. (Daar werkte ik toen natuurlijk nog gewoon, zonder klaar en duidelijk benoemd vuiltje aan de lucht). Ik kreeg stante pede een paniekaanval. Kinderen zijn zo waanzinnig vermoeiend! En sommigen ook gewoon een echte pest. Anderen hadden zoveel aandacht nodig dat ik op het einde van de dag niet eens meer wist waar mijn eigen achterkant zich bevond. En dan dat gezeur aan mijn hoofd. De hele dag door maar juf-juf-juuuuuuf en niet ééns rustig naar het toilet kunnen gaan! Ook tijdens de pauzes doorwerken en ploeteren en achter de feiten aanhollen...

En plots besefte ik: ... en dan kom ik thuis en lopen er daar ook nog drie te jengelen.

Mijn ogen werden groot en ik hield onbewust mijn adem in. God, néé! Waar zou mijn tijd naartoe gaan? Wanneer ging ik boeken lezen? Wanneer zou ik dingen doen? Wanneer zou ik slapen en huilen?

Ik zou nooit een goede moeder kunnen zijn, hoe hard ik ook mijn best zou doen. Het kind dat ik zou werpen, zou gedoemd zijn. Het zou vast het ongelukkigste kind ter wereld worden met zo'n loeder van een moeder als ik. Ik vond mezelf te egoïstisch om aan kinderen te beginnen. Ik wilde zelf nog genoeg tijd om lui in de zetel te liggen, zodat ik kon huilen om de kinderen in de klassen die ik niet in de hand had.

Ik besloot dan en daar dat ik geen kinderen wilde. Ik kon het niet! Kinderen zouden het bewijs zijn dat ik compleet en totaal mislukt was.

Ik schreeuwde het van de daken dat ik er bewust voor koos kinderloos door het leven te gaan. Ik lachte mijn zestienjarige zelf vierkant uit met de dromen en idealen die zij had gehad.

Maar wat ik niet wist was dat ik op dat moment mijn kop gewoon maar in het zand stak. Het feit dat ik mezelf als compleet mislukt beschouwde, dat ik mezelf niet in staat achtte kinderen op te voeden, was de burn-out die sprak. En niet ik.

Ook in die tijd kwam mijn Huishouden onder grote druk te staan. Ik wilde het al sinds eeuwig allemaal bijzonder netjes hebben. Ik ordende mijn sokken op kleur: van licht naar donker, zodat je alle schakeringen mooi in elkaar kon laten overlopen. T-shirts werden gevouwen met een precisie zodat elke rechthoek even groot was. Want dat lag wel zo netjes in de kast. Boeken zijn in de loop der jaren op verschillende manieren geordend. Soms alfabetisch, dan eens per genre. Ook per genre alfabetisch durfde de revue te passeren.

Ging een bord of glas stuk, stortte mijn wereld in. Want vijf borden en geen zes, dat was wereldschokkend. Daar kon mijn verstand niet bij. Ik sliep onrustig tot de dag dat ik in IKEA een nieuw exemplaar ging halen.

Maar wat in al die neurose een constante was: ik had het allemaal onder controle. En toen, op een dag, plots niet meer. Ik had niet langer vat op de sokken en de t-shirts. Het leek wel alsof zij mij aanvielen. Ze sprongen uit de wasmand en riepen: pak me dan, als je kan!

De katten verloren plots miljoenen kilo's haar. En dat dwarrelde dan rond in mijn appartement. Had ik gedaan met stofzuigen, lag er alwéér een wit haartje uitdagend op de zwarte tegelvloer.

Ik verloor stilaan de controle. Het huishouden ontplofte en ik kreeg niets meer gecontroleerd zoals ik dat vroeger kon. Ik schaamde me dood. Hoe kon ik nu zo dom zijn om nog niet eens een huishouden van één persoon te runnen?

Maar wat ik niet wist was dat ik op dat moment mijn kop gewoon maar in het zand stak. Het feit dat ik mezelf als ongecontroleerd beschouwde, dat ik mezelf niet in staat achtte mijn huishouden te leiden, was de burn-out die sprak. En niet ik.

In het hoofdstuk Toekomst zijn al veel tranen gevloeid. Ik heb me opengesteld. Ik heb me afgesloten. Ik heb keuzes gemaakt en dingen aan me laten voorbijgaan voor de verkeerde redenen. Want wie was ik om dat te willen of te kunnen? Ik ben ook boos op mezelf geweest, omdat ik Tijd de kans had gegeven mij in te halen. Ik had geen koeien bij horens gevat, maar had alles op zijn beloop gelaten. En zie nu. Niets bereikt, niets gewonnen en niemand die mijn naam later nog zou herinneren. En terwijl ik dat allemaal dacht, liet ik de dingen nog wat verder op zijn beloop.

Ik verloor alle hoop op een waanzinnig leven. Mijn leven brokkelde beetje bij beetje af en veraste tot iets wat in één zucht van tafel zou worden geveegd.

Maar wat ik niet wist was dat op dat moment mijn kop gewoon maar in het zand stak. Het feit dat ik mezelf als hopeloos beschouwde, dat ik mezelf niet in staat achtte recht te hebben op de toekomst die ik het liefste wilde, was de burn-out die sprak. En niet ik.

Ik blijf vandaag de dag nog steeds tot inzichten komen. Ik vraag me af wat er zou zijn gebeurd als ik ze vroeger had gehad. Had ik dan een burn-out gekregen? Had ik dan gestaan waar ik nu sta? Hoe anders zou het leven dan geweest zijn?

Misschien had ik de uitkomst van die hoofdstukken wel gewoon nódig om nu in volle glorie te leven en te weten wie ik ben. Misschien moest ik die burn-out echt wel krijgen. Misschien was een burn-outloos leven in mijn geval gewoon geen optie. Omdat ik dan nooit, maar echt nóóit, had geweten wat ik nu weet. Want laten we eerlijk wezen: denken we na over de dingen wanneer alles goed gaat? Nee, dat vinden we vanzelfsprekend. En mijn burn-out heeft alle vanzelfsprekendheid uit het leven geschrapt. Ik leef spontaan en ben voortaan verwonderd om de kleinste dingen. Dankbaar ook. Dat ik nog leef, bijvoorbeeld. En dat ik de kansen krijgen - en grijp! - om eindelijk wat van het leven te maken.

Niets is zeker. Laat dat zeker zijn.

© 2019- 2020 Georgia Marie blog. Alle rechten voorbehouden. e-mail: georgia.marie.blog@gmail.com
Mogelijk gemaakt door Webnode
Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin